Bloeiende en vruchtdragende bonsai zijn heel populair in de bonsai wereld, en kunnen echte blikvangers zijn in een bonsai collectie. Maar er zijn een aantal belangrijke zaken waar je zeker rekening mee moet houden, als je een optimaal resultaat wil behalen. Wil je de ontwikkeling van bloeiknoppen stimuleren, dan zal je moeten weten wanneer deze bloeiknoppen ontstaan. Ook de watergift en bemesting speelt een belangrijke rol voor bloeiende bonsai. En als je lang van je bloei wil genieten, bescherm je de bloemen best tegen vocht daar ze anders sneller verwelken. Met dit allemaal in het achterhoofd, hebben we Teunis Jan Klein uitgenodigd voor een lezing met als thema ‘bloeiende bonsai’.
Teunis Jan benadrukte ons opnieuw dat je best altijd goed nadenkt over de fase waarin je boom zich bevindt, en wat je doel is bij je boom. Als je boom nog in opbouw is, en vertakking of verdikking nodig heeft, kan je best altijd bloei verwijderen daar dit altijd veel energie kost van de plant, en je niet echt helpt je doel te bereiken. Over het algemeen kan je bloeiende bonsai wel op dezelfde wijze als andere bonsai behandelen, maar je moet goed het verschil kennen tussen de vegetatieve (groei) en generatieve (bloei) periode. Je kan de boom hierin wat sturen, waar je een keuze maakt tussen bloei of groei. Alle twee is wat moeilijker, omdat dit veel energie kost van de boom.
Bloeiende bonsai hebben niet allemaal dezelfde groeiwijze, en kan men onderverdelen in categorieën zoals eindknop-bloeiers zoals Azalea, oksel-bloeiers zoals Forsythia en Euonymus. Je hebt ook voor- en najaarsbloeiers, en soorten die bloeien op éénjarig of tweejarig hout. Wanneer je een bepaalde boom verkeerd of te vaak snoeit, zal de bloei mogelijk achterwege blijven. Je moet dan ook goed begrijpen dat het aanmaken van bloei in een bepaalde periode gebeurt, en dat je hier bij de snoei rekening mee dient te houden. Het is natuurlijk niet exact op een kalender vast te pinnen welke dagen dat zijn, daar elke boom anders is, en ook de klimatologische omstandigheden hier een belangrijke rol in speelt. Maar bij elke bloeiende plant is er een periode dat de plant groeit, bloeit, en zaad of vruchten aanmaakt. De groei piekt op de langste dag van het jaar, namelijk 21 juni, en daarna zwakt het weer af. Afhankelijk van de plantensoort is er dan een periode waar de plant bloeit, vruchten draagt, en knopzetting doet.
Teunis Jan heeft ons aan de hand van enkele voorbeelden uitgelegd wanneer wat gebeurt bij specifieke boomsoorten, en hoe je hier rekening mee dient te houden. Veel soorten bloeien op kortloten van het vorige jaar zoals Malus, Crataegus, Pyaracantha en Chaenomeles. Je kan hier de langloten best wegsnoeien, de bloei van volgend jaar zit immers op de kortloten. Bij andere soorten waar de bloem aan het uiteinde van een nieuwe scheut groeit, zoals Potentilla, Pseudocydonia en Lagerstroemia, snoei je best niet voordat de plant bloemen heeft, tenminste als je bloei wil. Ook het tijdstip van verpotten heeft zijn invloed, en je kan je boom ook wat bijsturen door gericht te gaan bemesten naargelang wat je boom nodig heeft op dat moment. Zo is fosfor een belangrijk element voor de bloei, en een extra gift in de juiste periode kan de plant hierin voorzien. Er bestaan uiteraard in de handel speciaal uitgebalanceerde meststoffen voor bloem- en vruchtdragende planten, met een laag stikstofgehalte en een hogere P en K waarde, waar je je voordeel mee kunt doen.
Het is dus weer allemaal kwestie van je planten goed te kennen en te begrijpen, en dan wat vooruit te denken. Beseffen wat je in een bepaalde periode doet, invloed heeft wat er later met de plant gaat gebeuren. Er komt dus heel wat zien bij de verzorging van bloeiende bonsai. Veel factoren spelen hun rol, en elke boom is weer net wat anders. Maar misschien nog het allerbelangrijkste: vergeet vooral ook niet te genieten van de bloei, want soms duurt het niet zo lang…
Tot de volgende!
Hans
Ik vind dit erg interessant, dat moet meer gebeuren.